Toen ik klein was heb ik regelmatig knaagdieren gehad: een konijn, een cavia, twee ratjes en tot slot nog eens drie ratjes. Behalve de laatste drie ratjes – die bij een zogeheten rattery (rattenfokkerij) vandaan kwamen – kwamen deze knaagdieren uit de dierenwinkel. Inmiddels is het woord ‘dierenwinkel’ bij mij bijna een scheldwoord, maar voor u als lezer klinkt het waarschijnlijk heel normaal. “Een knaagdier koop je toch gewoon in een dierenwinkel?”, hoor ik u denken. Dat kan inderdaad, maar ik zou willen dat dat geen optie meer was. In dit artikel probeer ik uit te leggen waarom.

Woord vooraf:
Ik krijg veel reacties als “Niet alle dierenwinkels zijn slecht hoor!”, of “Ook opvangen zijn lang niet allemaal goed”. Dat klopt en wordt dan ook vermeld in de conclusie. Dit stuk gaat even puur over dierenwinkels, aangezien dat het #1 verkooppunt is van konijnen en knaagdieren. Té veel mensen zijn zich niet bewust van de broodfok en slechte informatievoorziening, waar het grootste deel van de dierenwinkels aan doen. Ik wil men hier bewust van maken. Daarna is het voor een ieder om een weloverwogen beslissing te maken en kritisch te kijken naar het potentiële verkooppunt.

Broodfok

Helaas weten veel mensen weten niet van het dierenleed dat achter dierenwinkels schuilt. Bijna alle dierenwinkels kopen hun dieren in bij broodfokkers. Dit zijn bedrijven die in groten getale voor zo min mogelijk geld dieren fokken, waarbij vooral wordt gelet op winst en niet op gezondheid en karakter. Knaagdieren zitten hier met veel in smerige zogeheten labbakken gepropt. De vrouwtjes krijgen constant nestjes tot ze uitgeput zijn en gaan uiteindelijk soms weg als slangenvoer.

broodfok

Een stellage met bakken waar de dieren in gefokt worden door broodfokkers.

broodfok1

Nog een stellage met broodfok-bakken waar de dieren in gefokt worden.

Het enige dat de wet verplicht stelt is het voeren en water geven. De dieren worden niet gesocialiseerd, waardoor ze niet tam zijn en lang mensenschuw blijven (wat niet gek is als je je inbeeldt hoe hun leven is begonnen). Zieke dieren worden niet behandeld en met dieren met erfelijke ziekten wordt gewoon doorgefokt. Want ja, de klant ziet daar op moment van aankopen toch niets van. Het gaat toch om het leuke kleurtje en lieve uiterlijk?

Ik hoor u denken “Maar als dit bij bijna alle dierenwinkels en tuincentra gebeurt, hoe kan het dan zijn dat ik daar niks van weet?”. Goed punt! Maar begrijp dat dit precies is zoals broodfokkers het willen: wij mogen er niks over zien of van het bestaan weten.

“Het is logisch dat er weinig over te vinden is, omdat broodfok een negatief woord is en fokkers dit niet willen uitdragen. Ze doen alsof ze écht van de dieren houden, maar helaas houden ze alleen van het geld dat het opbrengt”.
– José van der Geest (Cavia- en Konijnenopvang Hillegom)

broodfok2

Rechts zie je nog net het snuitje van een rat, die niet begrijpt wat hij in zo’n kleine plastic bak doet..

In de dierenwinkel

Eenmaal beland in de dierenwinkel worden de dieren gehuisvest in kleine glazen bakken op ooghoogte van kinderen. U begrijpt dat dit geen toeval is. Hierdoor worden ontzettend veel impulsaankopen gedaan. U kunt het vergelijken met een kind in de supermarkt die de snoep- afdeling heeft ontdekt: menig ouder kan de puppy-oogjes van hun kleine donder niet weerstaan. Want ach, zo’n zakje snoep voor zo weinig geld moet af en toe weleens kunnen. Zo ook met knaagdieren: ze zijn makkelijk in onderhoud, leuk voor kinderen en kosten geen drol, dus waarom niet?

dierenwinkel1

De dieren staan expres op ooghoogte van kinderen, wat veel leidt tot impulsaankopen.
Foto © Mamskinderopvang.nl

Impulsaankopen

Het nare van impulsaankopen uit dierenwinkels of tuincentra, is dat het nieuwe baasje slecht en/of verkeerd is ingelicht, de verzorging toch wel meer tijd vraagt dan verwacht en het nieuwtje er al snel af is. Helaas zijn de meeste medewerkers van dierenwinkels en tuincentra niet goed getraind in het geven van juiste voorlichting en geven foutieve en/of onvolledige informatie. Daarnaast gebeurt het zéér regelmatig dat ze niet goed geslachten bepalen. Voor de dieren betekent dit vaak:

  • … ‘oeps’-nestjes: nestjes doordat dat vrouwtje tóch een mannetje bleek te zijn en het andere vrouwtje heeft gedekt.
  • … of juist dat ze alleen komen te zitten (behalve bepaalde hamstersoorten, horen konijnen en knaagdieren minimaal een soortgenootje te hebben).
  • … dat ze verkeerd voedsel krijgen, of het ontbreken van benodigd voedsel (zoals groenten).
  • … dat ze in een veel te klein hok terecht komen.
  • … dat signalen van het dier niet begrepen worden (zoals geluidjes en lichaamstaal).
  • … dat ziekten niet op tijd herkend worden.
  • … dat de dieren nadat het nieuwtje er af is nooit meer hun hok uit komen of aandacht krijgen.

Dieren redden

Sommige mensen weten van de broodfok, maar besluiten toch naar de dierenwinkel te gaan om de dieren die daar zitten te “redden”. Natuurlijk ontzettend goed bedoeld, want dat arme eenzame konijn of zielig kijkende cavia met ontstoken oog moet natuurlijk lekker mee naar huis genomen en vertroeteld worden. Maar! Voor elk dier dat uit de dierenwinkel wordt “gered”, komen er drie voor in de plaats. Waarom een dier ook wordt verkocht: het houdt de broodfok op gang.

tuincentrum1

Dit is een konijn in Groenrijk. Hij zit alleen, zonder verstopplekken, in een véél te kleine bak. Dit geeft niet het goede voorbeeld aan zijn potentiële nieuwe baasje. Dierwelzijn staat duidelijk niet voorop bij Groenrijk.

Dierenwinkels vinden zichzelf fantastisch

Dierenwinkels vinden zelf dat ze het hartstikke goed doen. Op veel vragen over dierenwelzijn geven ze politiek correcte antwoorden waaruit ze graag laten blijken dat dierenwelzijn voorop staat, terwijl eigenlijk de winst voorop staat. Zo zegt een bepaalde dierenwinkel over het belang van groepsdieren:

“Mocht de klant maar één knaagdier willen, dan is de verantwoording voor de klant zelf. Wij kunnen de klant wel weigeren een dier te kopen, maar dan rijdt de klant naar de eerstvolgende dierenwinkel en koopt het dier daar. Nu kunnen we voor de rest nog wel goed informeren”.
– Een dierenwinkel

Dit is natuurlijk een smoes om toch geld te verdienen door dieren solitair te verkopen (met alle toebehoren die nog het meest opleveren). Het ‘toch maar verkopen van één groepsdier omdat ze het anders ergens anders kopen en aldaar wellicht slechter af zijn’ is uiteraard niet de oplossing, maar houdt het probleem juist in stand.

Beter zou zijn met zijn allen af te spreken enkel dieren in paren te verkopen (behalve bepaalde hamsterssoorten, die wél solitair zijn), anders niet. Ik vroeg naar de mening van mevrouw Van der Geest van Cavia- en Konijnenopvang Hillegom:

“De dierenwinkels vinden zelf dat ze het heel goed doen en daar zit het probleem. Als ze de waarheid zouden zien, dan zouden ze misschien anders gaan handelen. Zolang ze blijven zeggen dat ze het zo fantastisch doen, zal er niets veranderen”.
– José van der Geest (Cavia- en Konijnenopvang Hillegom)

Dieren dumpen

Het nieuwtje is er af, er dreigen hoge dierenartskosten te komen, er komen steeds ‘oeps’-nestjes, allergieën… allemaal redenen om knagers af te staan in een knaagdieropvang, of te dumpen op straat of in het bos. Allemaal onnodige redenen die hadden kunnen worden voorkomen, had men direct naar een fokkerij of opvang gegaan. Daar zouden zij eraan herinnerd worden dat dieren niet voor even, maar voor de rest van hun leven is. Ze zouden hebben gewaarschuwd voor hoge dierenartskosten. Ze zouden een geschikte koppels hebben meegegeven om eenzaamheid, vechten en nestjes te voorkomen. Je zou pleeg- of leendieren mee kunnen krijgen om te zien of je allergisch bent. Ze zouden zoveel meer tips en weetjes over de verzorging kunnen hebben meegegeven waardoor de dieren een stuk gelukkiger zouden kunnen zijn geweest.

Opvang Het Knagertje

Opvang Het Knagertje

Niet uit op winst

Knaagdieropvangen zijn vaak gehuisvest in achtertuinen, oude panden of schuren omdat er geen budget is voor een professionele opzet. Al het geld wordt in het welzijn van de dieren gestopt: degelijke ruime kooien, voedsel en medische kosten. Het is voor de meeste opvangen moeilijk rondkomen aangezien ze volledig afhankelijk zijn van donaties en vrijwilligers. Op steun van de gemeente hoeven ze niet te rekenen. Door de vele impulsaankopen uit dierenwinkels – waar vaak na enige tijd weer van af wordt gezien – raken opvangen steeds voller. Het is voor opvangen vaak erg behelpen, maar volgens Cavia- en Konijnopvang Hillegom is dat geen reden om te stoppen:

“We zijn er niet voor ons zelf, maar voor de dieren”.
– José van der Geest (Cavia- en Konijnenopvang Hillegom)

Fabeltjes over dieren in de opvang

Veel mensen denken dat er alleen maar zieke dieren in opvangen zitten. Dat klopt niet. Hoewel ook zieke dieren een baasje verdienen, zitten opvangen vol met gezonde dieren. Ook is het een fabeltje dat er geen jonkies in de opvang zitten. Wil je graag jonkies, dan kun je prima terecht bij de opvang. Er worden regelmatig zwangere dieren binnengebracht, en dat betekent jonkies! Gezond en ziek, jong en oud, verwaarloosd of niet: alle dieren verlangen naar een liefdevol baasje.

Koppelen

Heb jij één cavia, konijn of andere knager (alleen bepaalde hamstersoorten horen alleen te zitten)? Dan is het een heel goed idee een vriendje erbij te nemen. Eén dier extra merk jij amper in de kosten en kost je amper extra tijd, terwijl het voor knagers een enorme verbetering van hun psychische gezondheid. → Lees hier waarom de meeste knagers niet alleen horen te zitten.

In de meeste opvangen kun je jouw dier laten koppelen aan een soortgenootje. Je kunt niet zomaar een konijn erbij kopen en verwachten dat jouw eigen konijn hem of haar ook leuk vindt. Net als bij mensen klikt het met de één wel en met de ander niet. Laat je dieren dus koppelen bij een opvang!

Cavia- en Konijnenopvang Hillegom

Cavia- en Konijnenopvang Hillegom

Conclusie

Natuurlijk zijn er óók goede dierenwinkels. Zij verkopen geen dieren, of verkopen dieren van een hobbyfokker of zelfs van de opvang. Dit zijn er echter (nog) heel weinig. Niet alle dierenwinkels zijn niet even eerlijk over de herkomst van hun dieren, wat het erg moeilijk maakt om zeker te weten dat je geen broodfok-dier koopt. Wil je er zeker van zijn dat je de broodfok niet steunt? Dan is het het veiligst om dierenwinkels te mijden voor de aanschaf van dieren.

Dierenspeciaalzaak Het Dier heeft het in elk geval wél begrepen en verdient alle lof:

“Wij zijn inmiddels gestopt met de verkoop van dieren, omdat men vaak in een opwelling dieren wilde kopen en altijd moeten de dieren zo jong mogelijk zijn. Dit is tegenstijdig met het welzijn van dieren”.

– Dierenspeciaalzaak Het Dier

Opvangen zitten verspreid door heel Nederland. Zij kunnen je alles over het karakter van de dieren vertellen, geven correcte informatie mee, kunnen goed geslacht bepalen wat ‘oeps-nestjes’ voorkomt en koppelen dieren aan elkaar zodat ze samen uitgeplaatst kunnen worden. Zo weet jij waar je aan toe bent, steun je de opvang, wordt de broodfok niet gesteund en geef je dieren met een (vaak niet zo’n rooskleurig) verleden alsnog een fijn leven!