Cavia’s zijn echte groepsdieren. Ze doen alles samen. Sociaal contact is één van de essentiële basisbehoeften van de cavia. Vroeger wist bijna niemand dit en hadden we allemaal één cavia. Je kon ook niet zomaar even Googlen. Gelukkig weten we nu veel meer, waardoor steeds meer baasjes hun cavia een soortgenootje gunnen.

Van nature zijn cavia’s groepsdieren. Dat betekent dat ze het liefst met meerdere soortgenoten bij elkaar leven. Als ze hun hele leven alleen zijn, missen zijn de liefde, warmte en het contact van hun soortgenootje(s). Natuurlijk hoef je niet een hele groep cavia’s te nemen. Maar als je minimaal twee cavia’s neemt, geef je ze één van hun basisbehoeften: sociaal contact. Een groepsdier zonder soortgenoot is ongelukkig, al zien wij dat niet met het blote oog.

Met zijn allen lekker knus in één huisje © Villa Piepmuis

Met zijn allen lekker knus in één huisje © Villa Piepmuis

Ik wil/hoef maar één cavia, want…

… ik geef hem héél veel aandacht!
Dat is heel lief, maar jij bent geen cavia. Je spreekt geen caviataal en je cavia spreekt geen mensentaal. Hoe fijn een cavia menselijke aandacht ook kan vinden, hij zal altijd blijven verlangen naar het gezelschap van een soortgenoot. Stel dat je je cavia élke dag twee uur aandacht kan geven, dat is best veel! Maar de overige 22 uur zit hij dan alleen.

… meer cavia’s kost meer tijd en geld.
Een cavia meer of minder merk je amper terug in de kosten of de tijd die je eraan kwijt bent. Het kan je zelfs minder tijd kosten, want twee cavia’s hebben niet zoveel menselijke aandacht nodig als één cavia: zij houden elkaar wel lekker bezig.

Toebehoren zoals een hok, huisjes, voer, bodembedekking etc. moet je toch al kopen met één cavia. Met meerdere cavia’s zal het eten wat sneller op zijn en zal het hok wat sneller vies zijn. maar het extra geld dat het kost is echt niet veel. Als je dat beetje extra niet over hebt voor gelukkige cavia’s, kun je jezelf afvragen of cavia’s geschikt zijn voor jou. Want hoe zit het dan met onverwachte dierenartskosten?

… ik mag er niet nog een van mijn ouders.
Wat jammer dat je ouders er geen tweede cavia bij willen! Probeer er achter te komen waarom ze dat niet willen. Grote kans dat ze het niet willen vanwege hogere kosten en meer verzorging (hierboven kun je lezen dat dat dus erg meevalt). Laat je ouders deze pagina’s eens lezen en leg uit dat het amper extra tijd en geld kost. Ouders zijn eindverantwoordelijk voor de aanschaf en verzorging, niet het kind. Zij dienen vóór de aanschaf van de eerste cavia te weten dat het groepsdieren zijn en te zorgen dat de cavia’s gezond en gelukkig zijn.

… mijn cavia zit samen met mijn konijn.
Oh jee! Dit is een zéér ongeschikte combinatie, al zie je dit best vaak. Het kán ook namelijk wel en je hoort veel verhalen dat het goed gaat, maar het kan ook zó goed mis gaan. Konijnen zijn veel sterker dan cavia’s. Eén (onbedoelde) verkeerde trap naar de cavia kan al fataal zijn. Ze spreken elkaars taal niet en eten ander voer. Daarbij: een cavia met konijn is nog steeds een cavia zonder soortgenoot, dus alleen en eenzaam. Wat je het beste zou kunnen doen, is je konijn en cavia aan soortgenootjes laten koppelen bij een opvang en ze in afzonderlijke hokken plaatsen. Zo kun je je konijnen en cavia’s een stuk gerichter en beter verzorgen.

Bij Villa Piepmuis hebben de cavia's heerlijk de ruimte én veel soortgenootjes!

Bij Villa Piepmuis hebben de cavia’s heerlijk de ruimte én veel soortgenootjes!

Twee cavia’s of meer koppelen

Heb je besloten twee cavia’s of meer te nemen? Bijvoorbeeld omdat je na het lezen van deze pagina bent overtuigd een vriendje voor je cavia te zoeken? Of omdat er een cavia is overleden en je nu een cavia alleen hebt zitten? Cavia’s kun je laten koppelen bij de meeste opvangen! Zij kiezen met jou een geschikte cavia uit en gaan dan kijken ze elkaar leuk en aardig vinden.
Zoek een opvang ->

Geschikte combinaties

Eén castraat en één of meerdere zeugjes
Dit is een populaire combinatie vanwege de grootste kans van slagen. Zolang het bij één castraat blijft, maakt het niet uit hoeveel zeugjes er in de groep zitten. Als ze elkaar maar leuk vinden, dus wel altijd voorzichtig laten koppelen!

Twee of meer zeugjes (vrouwtjes)
Deze combinatie kan goed gaan, maar doet het lang niet altijd. Twee zusjes bij elkaar vanaf de geboorte gaat vooral in het begin goed, maar kunnen op latere leeftijd alsnog mot krijgen. Ook volwassen zeugjes kun je ook niet zomaar bij elkaar zetten: voorzichtig (laten) koppelen!

Twee of meer beertjes (mannetjes)
Ongeveer 50% kans van slagen. Hangt erg af van de karakters van de beren. Als de ene beer het niet goed kan vinden met de andere beer, kan het zijn dat hij dié beer niet leuk vindt, maar een andere wel. Het zijn wat dat betreft net mensen; wij vinden ook niet iedereen aardig. Dus voorzichtig (laten) koppelen op neutraal terrein en kijken of het goed gaat!

Gecastreerde beertjes van maximaal 3 maanden bij elkaar zetten wil nog weleens goed gaan, maar ze kunnen op latere leeftijd alsnog flink gaan vechten. Het maakt niet uit of de beren broertjes zijn: het gaat erom dat de karakters bij elkaar passen.

Let op: hebben de beren echt met elkaar gevochten (met bloed)? Dan heeft het geen zin meer om ze te laten castreren om ze vriendelijker te krijgen. Hebben ze mot, maar vechten ze niet? Dan kan castratie daar misschien verandering in brengen, waardoor je ze toch bij elkaar kan houden.

Een beertje en een zeugje
Het spreekt voor zich, maar een ongecastreerde beer en zeugje bij elkaar zorgt voor nestjes. Gezien de overvolle opvangcentra en al voldoende aanwezige (hobby)fokkers is het goed om nestjes te vermijden.

Twee of meerdere castraat met éen of meerdere zeugjes
Niet doen! Dit gaat vrijwel nooit goed. Wanneer er dames in het spel komen, zullen de heren tot bloedens aan toe gaan uitvechten wie de baas is.

[/fusion_text]